Speelgoedfabrikanten in Amerika (incl. Canada) en Europa stortten zich vanaf 1920 op Mah Jongg. Soms kwamen met een brede collectie (zie de rubriek US merken). Soms bleef het bij één spel of enkele variaties.
Hoewel er fraaie en dus dure spellen werden aangeboden, waren de meeste op een koopje gemaakt. Ook werden er voor stenen, toebehoren en de vaak bijgesloten latten veel verschillende materialen gebruikt. Hout, karton, bakeliet, celluloid en zelfs blik.
Om copyrightproblemen te voorkomen, kregen de spellen fantasienamen.